Heilige Gregorius, paus van 3 september 590 tot 12 maart 604.

In de eerste helft van de 20e eeuw was de invloed van de katholieke kerk nog groot. Dit is o.a. te merken aan de vele uitdrukkingen die te maken hebben met bepaalde dagen in het jaar en de daaraan verbonden heiligen.

Heilige Gregorius, paus van 3 september 590 tot 12 maart 604.
Het kalenderjaar kent veel dagen waarop bepaalde heiligen herdacht worden. Een aantal van hen heeft vooral te maken met het boerenleven.

Enige bekende dagen:
22 Februari: St. Pieter. Het begin van de lente, men begint het land te bewerken, de huurboer moet pacht betalen.

12 Maart: St. Gregorius. Op deze dag begon het boeren voorjaarswerk en moest men klaar zijn met dorsen. De arbeiders moesten dan ’s morgens om 4 uur in plaats van 5 uur bij de boer zijn.

17 Maart: St Geertrui. Zeer bekende heilige die wordt aangeroepen tegen muizen en ratten.

24 Juni: St. Jan. In de plaats gekomen van het oud-heidense Midzomerfeest. OP die dag begonnen de boeren te maaien:
‘Op Sint jan slaat de eerste maaier an’.
Sedert het gebruik van kunstmest begint men echter eerder.

20 Juli: St. Margriet, de oude spreuken wijzen erop dat het in deze tijd vaak kon regenen. Als het op die dag regent zal het 40 dagen regenen.
‘ Heeft Margriet geen zonneschijn, dan zal het een natte zomer zijn’,
‘Regen op Sinte Margriet, geeft zes weken boerenverdriet’,
‘Sinte Margriet houdt haar water niet’,

28 September: St. Michiel. Deze dag betekent het einde van de zomer. Het koren moet gezaaid zijn.

25 November: St Katharine. Deze dag wordt beschouwd als het begin van de winter.
‘Met Sint Katrijn moeten de koeien aan de lijn’.

Bronnen:

  • L.V. Bartels. De onmisbare. De koe en haar enorme invloed op de mens. Bedum, 1989