Het kasboekje van Jan van Rijn, bouwman aan de Ommedijk, maakt duidelijk, dat hij na 1852 geen kaas meer op zijn boerderij maakte. Ook ontbreken dan de varkens, die werden gevoerd met de wei, de zoete waterdelen die na de kaasbereiding overblijven.

Uit de negentiende eeuw zijn in sommige boerenfamilies kasboekjes bewaard gebleven, waarin de inkomsten en uitgaven van het landbouwbedrijf worden vermeld. De inhoud van dergelijke boekjes geeft ons een aardig beeld van de bedrijfsvoering in die tijd. Jan van Rijn, die een boerderij aan de Ommedijk bezat in de voormalige Hodenpijlse Polder (nu Klaas Engelbrechtspolder), heeft een kasboekje nagelaten. Hierin vermeldt hij onder meer de inkomsten van de jaren 1847-1859.

Uit een onderzoekje bij het Kadaster te ’s-Gravenhage bleek dat Jan van Rijn aanvankelijk tolman was in Rijswijk. In 1831 werd hij eigenaar van enige landerijen in de Hodenpijlse Polder. Volgens de oudste kadastrale legger van Schipluiden omvatte zijn bezit ook twee boerderijen. In het eerste halfjaar van 1836 constateerde de landmeter dat een van deze boerderijen, namelijk degene die op een kreekrug stond in de Hodenpijlse Polder (zie 1), was gesloopt. Om deze reden werd de omschrijving bij het hierbij horende kadasternummer in de kadastrale legger gewijzigd. In plaats van “huis, schuur en erf” werd het “schuur met enig weiland”. Tegenwoordig noemen de buren dit hoog gelegen perceel nog “de oude werf”.

In de tijd van het kasboekje woonde Jan van Rijn op de boerderij aan de Ommedijk (zie 2). Hij bezat in die periode 31 bunders, 63 roeden en 10 ellen land, dat bijna geheel in de Hodenpijlse Polder lag. Met behulp van de omschrijvingen in de kadastrale legger en de nummering op de oudste kadasterkaarten van dit gebied (van 1813, herzien in 1818) zijn de percelen weergegeven op de Topografische Militaire kaart uit 1850. Ook het gebruik is afleesbaar gemaakt. Van de circa 32 ha was in die tijd 7 ha bouwland (gearceerd), 23 ha weiland (stippeltjes), 0,5 ha vlietland (de punt in de aangrenzende Hooipolder) en ruim 1 ha boomgaard en bos (rond de boerderij aan de Ommedijk).

Op 9 oktober 1862 verkocht Jan van Rijn dit bezit voor f 31.000,- aan zijn zoon Johannes van Rijn. De boerderij aan de Ommedijk werd toen als volgt omschreven: “een woonhuis, boes, paarden en koestal, schuur, twee hooibergen en verder getimmerte, erf en werf…”. Jan van Rijn blijkt in die tijd wethouder van de gemeente Hof van Delft te zijn. Hij was ook de stichter van de bekende kaashandel Van Rijn aan de Buitenwatersloot te Delft, die in de jaren zestig van de vorige eeuw werd opgeheven. De boerderij aan de Ommedijk werd volgens de steen in de voorgevel in 1902 geheel verbouwd.

Jacques Moerman, Thema: Werk, 12-02-2004

Extra: