Boerderij Meerzicht

Een van de oudste boerderijen van Zouteveen is ‘Meerzicht’, een hofstede die in de zeventiende en achttiende eeuw ook wel met de naam ‘Keizershof’ werd aangeduid.

De boerderij ligt aan de Willemoordseweg, de oorspronkelijke ‘Gatweg’, die het kruispunt ‘de Kapel’ met de kade langs de Vlaardingervaart verbindt. Tegenover Meerzicht bevond zich tot ver in de negentiende eeuw de Zouteveense Meer, een waterplas van ruim 5 ha., die later is verland. Het exterieur van deze boerderij is zeer rijk en vooral aan de noord- en oostzijde nog geheel in tact. Metselversieringen bij de hoeken, de gevelopeningen en in de gevelvlakken geven de boerderij een monumentaal uiterlijk. De hoofdingang zat oorspronkelijk in de voorgevel ter plaatse van de rondboog boven het raam. In het kalf van dit kozijn stond het jaartal 1609, de bouwperiode van het oudste deel van de boerderij. Op twee andere plaatsen zijn in het metselwerk jaartallen van uitbreidingen aangebracht. In de noordgevel is het jaartal 1640 met rode steentjes ingemetseld. Dit is te zien op de bijgevoegde aquarel van J. Verheul Dzn. uit 1928. Voor de boerderij tekende hij H. Poot, die de woning pachtte van de familie Van Voorst tot Voorst. In de zuidgevel van het voorhuis (niet zichtbaar) staat het jaartal 1701. De kruiskozijnen van de boerderij zijn dichtgezet met glas-in-lood, waarbij het raam aan de voorzijde van de opkamer heel rijk is uitgevoerd. Hierin zit een gebrandschilderd glas uit het jaar 1651, waarin het wapen is afgebeeld van Mees Dirksz. Leeuwenschild.

Het voorhuis van de boerderij is gaaf bewaard gebleven. Het betreft een ongedeelde ruimte met een diepte van ca. acht meter en een zeer grote schouw aan de brandmuur, die zich over de hele breedte van de kamer uitstrekt. Een eiken spiltrap leidt naar de opkamer of hoge kamer. De vloer van dit vertrek is belegd met kleine geel en groen geglazuurde plavuizen.

Op de afgebeelde aquarel is rechts nog net de tuitgevel te zien van de uitgebouwde boenhoek. In deze ruimte bevindt zich een gemetselde waterput. Een houten pomp staat aan de rand van de put. Deze put diende als waterreservoir voor alle werkzaamheden die met het boerenbedrijf samenhingen. Hier werden vaten, emmers en andere hulpmiddelen schoongemaakt, die nodig waren voor de boter- en kaasproductie. In de hoek van de boenhoek is een waterfornuis gebouwd. Deze voorziening bestaat uit een grote, koperen bak met een roodkoperen deksel in een ombouw van vuurvaste stenen. Eronder is een stookplaats aangebracht, die afgesloten wordt door een ijzeren deur. Hier werd dagelijks hout gestookt, waardoor het water in de koperen bak werd verhit. Tussen de boenhoek en de kelder is op de afbeelding van Verheul nog de bakoven te zien. Tot de jaren veertig van de vorige eeuw werd op veel afgelegen boerderijen nog brood gebakken. Voor al deze werkzaamheden was veel menskracht nodig. Op Meerzicht hebben altijd een of meer knechten en meiden gewerkt. In de grote koeienstal bevindt zich onder het rieten dak nog een knechtenkamer. In de winter profiteerde de knecht hier van de warmte van het vee en in de zomer zorgde het riet voor de nodige koelte. Dus helemaal ongeriefelijk was dit verblijf niet.

Het agrarisch karakter van het erf bestaat niet meer. De boerderij wordt al bijna een halve eeuw uitsluitend als woonhuis gebruikt. De hoge bomen en een waterpartij versterken de schilderachtige ligging. De boerderij zelf heeft een grote bouwhistorische waarde. Door de handhaving van allerlei voorzieningen kan de geschiedenis van het boerenbedrijf hier nog worden beleefd.

Jacques Moerman 29-02-2004

Literatuur:

  • C.S.T.J. Huijts, De ontwikkeling van de Middendelflandse boerderij. Maasland 1984.
  • A.A. Olsthoorn, ‘De boerderij De Keizershof’. In: Monumenten en historische merkwaardigheden. Schipluiden 1988.
  • F.W. van Ooststroom e.a., Boerderijen in Zuid-Holland. Aquarellen van J. Verheul Dzn. Zutphen 1989.